Na de knalprestatie van ons Belgisch dressuurteam, was het tijd voor een babbel met onze Olympische dressuurfokker Marc Steeno, fokker van Intermezzo van het Meerdaalhof (*2008, Gribaldi x Balzflug). Wij mochten hem gisteren, zaterdag avond laat vanuit zijn hotelkamer in Parijs nog even opbellen: ‘morgen vroeg om 7uur moeten Intermezzo en Flynn nog naar de vetcheck, want ze staan reserve voor de Kür.‘
Je kan niet over Intermezzo spreken zonder fokker en ruiter samen te vermelden. 12 maanden geleden verscheen in Equitime de reportage ‘Olympisch ruiter Domien Michiels tussen Tokio en Parijs’
Over zijn Olympisch paard Intermezzo en het voorbije BK zei Domien toen (augustus 2023) : ‘Hij is 15 en heeft al heel wat kilometers in zijn benen en de eerste helft van 2023 was heel druk. Vorig jaar hebben we afgesloten met de CDI-W in Mechelen, in februari zijn we naar Qatar gevlogen waar we in de CDI5*Kür 7de werden, twee weken later startten we in ’s-Hertogenbosch op de CDI-W, nog eens twee weken later hebben we in Aken de CDI4* gereden. Drie weken later stond de CDI5* van Fontainebleau op de kalender, nog eens twee weken later kwamen we aan de start op de CDIO5*-NC in Compiègne. Dat was het eerste weekend van mei. Met om de twee weken twee Grand Prix proeven in de benen was Intermezzo twee weken later een beetje leeg. En dat was dus net op het Belgisch Kampioenschap dressuur, een verplichte wedstrijd op weg naar het Europees Kampioenschap in september. Als ik zijn carrière samenvat dan loopt Intermezzo al zonder pauze zes jaar CDI 4* en 5*, en Wereldbekers. Hij heeft een top karakter én gezondheid, anders lukt zo iets niet.’
En Domien zei toen we hem vorig jaar naar het verschil tussen Tokio en Parijs vroegen:
‘Je vraagt wat er verschilt tussen Tokio 2021 en Paris 2024? ‘Alles’, is mijn antwoord. Intermezzo en ik zijn drie jaar ouder, wijzer en beter (lacht) . De afstand, de locatie, de omstandigheden, de supporters, maar vooral de ‘weg daar naar toe’. Door corona waren de Spelen in Japan één jaar opgeschoven, naar 2021. Ik heb nu al mijn startticket voor Parijs op zak, maar in 2021 wist België pas eind juni dat het een team mocht sturen, 3 juli maakte de federatie de selectie bekend, in de nacht van 13 op 14 juli stapten de dressuurpaarden, waaronder in totaal 4 BWP’ers, op het vliegtuig naar Tokio. Om vervolgens 10 dagen later aan de andere kant van de wereld een Olympische Grand Prix proef te lopen. Intermezzo was één van hen, hij had nog nooit gevlogen, maar hij is heel ‘goed in de kop,’ dus dat werd geen probleem! Hij deed weer enorm zijn best, ik wilde de ‘internationale 70% grens’ halen, dat is gelukt.
En Parijs is één groot succesverhaal geworden, met woensdag 72,531% in de Grand Prix en zaterdag 72,386% in de Grand Prix Special! Maar in de paardensport is succes geen ‘one man show’.
Domien leerde als kind rijden in manege Meerdaalhof in Oud-Heverlee van Marc Steeno, op enkele kilometer van zijn stal in Haasrode.
Marc kent Domien al sinds kind af aan: ‘ Domien leerde op onze Meerdalhof- manege paardrijden en deze week reed hij met een Meerdaalhof-fokproduct op de Olympische Spelen in Parijs zijn beste proeven ooit. Domien kent Intermezzo sinds hij geboren is, ondertussen 16 jaar gelden, maar de ruin is zoals goede wijn, die wordt beter naarmate hij ouder wordt, en kan rijpen, maar dat gaat enkel als je hem tijd geeft. Intermezzo heeft nooit een andere ruiter gehad als Domien, en ook nooit een andere eigenaar dan zijn fokker. En dat maakt dat wij zijn carrière zelf konden plannen, niets moest, geen druk, geen deadline, geen slapeloze nachten over Intermezzo’s waarde in Euro’s. Verkopen was nooit een gespreksonderwerp. Want anders zou wat we nu in Parijs hebben beleefd, nooit plaatsgevonden hebben. De Olympische Spelen in Tokio waren al speciaal, maar Parijs is toch nog heel anders. De Fransen hadden en top organisatie op poten gezet. De Olympische Spelen zijn op zich in niets te vergelijken met een ‘gewone’ FEI wedstrijd, alles is anders, heel de entourage. Maar de vriendelijkheid van de Fransen was toch echt wel uniek. Overal waren politieagenten, iedereen had een fijn en veilig gevoel.
Versailles was een uniek wedstrijdkader, ongezien, ongeëvenaard! Maar ook achter de schermen was de organisatie top, dan was je precies in een andere wereld, met volledige rust voor de paarden en ruiters.
De FEI, het BOIC, de KBRSF, alles en iedereen was daar om te helpen en te steunen.
Zoveel supporters, thuis en in Parijs, maar vooral zoveel succes! Voor het Belgische team!
We gingen voor het Olympische Diploma, dus de Top 8, en komen naar huis met de 5de plaats! We moesten enkel de grote dressuurnaties laten voor gaan. En misschien had er zelfs meer ingezeten. Domien heeft twee keer een ‘personal best’ gereden en op de Duitse televisie loofde de commentator de positieve ingesteldheid en de lossigheid van Intermezzo.
Hoe meer volk en ambiance op de tribunes, hoe beter hij loopt! Dan maakt hij zich groot, wordt een echte showman; maar blijft wel volledig gefocust op Domien.
Ik ben als gelukkige mens vertrokken naar Parijs, en ga als een nog gelukkigere en fiere man naar huis. Het voorbije jaar, neen, de voorbije maanden waren al speciaal, met Jumping Mechelen en twee maanden later Göteborg waar Domien en Intermezzo als eerste Belgische dressuurruiter een Wereldbekerwedstrijd wonnen. En dan nu Parijs!
Morgen (zondag) vertrek ik na de Kür met Intermezzo terug naar huis, want daar wacht ons manegebedrijf. Kristine en ik hebben thuis kunnen rekenen op een heel sterk team. Terwijl we prachtige dagen in Parijs hebben beleefd, hebben zij ervoor gezorgd dat de zaak bleef draaien. Zonder hen was dat niet mogelijk geweest!’
Tekst: Ulrike Rahn