Fokdoel BWP

Optie springen

Prestatie:

BWP heeft als doel gezonde paarden te fokken die op het allerhoogste springniveau kunnen presteren. Ze hebben een correct en functioneel exterieur en een goede tact en regelmaat in de bewegingen.

Bouw:

  • Het BWP springpaard staat goed in het rechthoekmodel (evenredige verhoudingen) en is rijtypisch gebouwd. De ideale maat schommelt tussen 1m65 en 1m75.
  • Het hoofd is aansprekend met intelligente ogen.
  • De hals is lang, voldoende opgericht en goed bespierd.
  • De schouder moet voldoende lang zijn en schuin gelegen.
  • De schoft is goed ontwikkeld.
  • De rug heeft voldoende draagkracht, is voldoende soepel en niet te lang.
  • De lendenen zijn goed gevormd en aangesloten.
  • Het kruis moet licht hellend en voldoende lang zijn.
  • Het BWP springpaard beschikt over voldoende bespiering, voldoende massa en moet voldoende sterk zijn in het middenstuk.
  • In de achterhand moet het BWP springpaard langgespierd zijn.

Bewegingen

  • De stap en draf moeten voldoende ruim, correct en soepel zijn. Evenwicht, goede tact en afdruk zijn hierbij belangrijk.
  • De galop is ruim, evenwichtig, gesprongen en niet te vlak en krachtig vanuit een onderkomende achterhand.
  • De bewegingen moeten soepel door het lichaam vloeien.

Beenwerk:

  • Het beenwerk moet voldoende ontwikkeld zijn, met een goede verhouding tussen botten en spieren. Het beenwerk moet ook droog en correct gesteld zijn.
  • De gewrichten en hoeven moeten voldoende ontwikkeld zijn en in verhouding tot het beenwerk.

Springkwaliteiten:

  • Het BWP springpaard heeft een goede instelling bij het springen en is goed berijdbaar, intelligent en voorzichtig.
  • Het paard heeft goede reflexen, afdruk en beentechniek (voor en achter) op de sprong. Hij heeft een goed lichaamsgebruik en beschikt over veel vermogen.  

Optie dressuur

Prestatie:

BWP heeft als doel toppaarden te fokken die meekunnen op het niveau van Grand Prix dressuur. Het volstaat niet dat paarden op jonge leeftijd uitblinken. Goede jonge paarden die op een WK voor jonge dressuurpaarden goed kunnen scoren, kunnen ook als een afgeleid fokdoel gelden.

Gezondheid:

Het paard moet gezond zijn en lang kunnen meegaan (conform het G-Label van BWP).

Exterieur:

Het exterieur van het paard moet functioneel zijn voor dressuur. Er gelden algemene normen over het correcte uiterlijk van het paard; zoals de beenstanden, gewrichten en het rechthoekmodel blijven behouden zoals andere paarden in de fokrichting springen.

Hieraan worden nog deze gewenste kenmerken toegevoegd:

  • Bergop gebouwd zijn door een lang voorbeen in combinatie met een correct achterbeen. Hierdoor kan optisch gezien het rechthoeksmodel wat minder duidelijk zijn.
  • Voldoende maat en formaat
  • Voldoende “uitstraling” en présence
  • Algemeen beeld van hoogbenigheid
  • Voldoende sterke bovenlijn: niet te strak, niet te week

KNOCK-OUT CRITERIA:

  • Bergaf gebouwd (= kort voorbeen)
  • Weke bovenlijn (lendenen)
  • Te horizontale en laag ingestoken hals

Dressuurbewegingen:

Het paard heeft drie goede basisgangen: tactmatig en met evenwicht

  • Stap: zuiver, voldoende ruim (ook in voorbeen) schrijdend, actief
  • In draf: tact, dragend achterbeen, souplesse, afdruk (kracht). Een super voorbeengebruik is hierbij geen noodzaak, maar is wel een positief punt.
  • In galop: Goed gesprongen met makkelijk verruimen, verkorten en wisselen. In de galop blijft het paard ook op het achterbeen waardoor er makkelijk kan overgegaan worden naar draf en/of stap. Een mooi voorbeengebruik is hierbij meegenomen.

KNOCK-OUT CRITERIA:

  • Korte “stamperige” stap
  • Nakomend achterbeen in draf, met de hakken naar de staart
  • Te incorrect in draf (binnen of buiten uitzwaaiend)
  • Te weinig afdruk of kracht in verhouding tot het voorbeen
  • Wandelende galop (te weinig sprong)

Nieuwe elementen voor dressuurpaarden:

  • Karakter en temperament: Een dressuurpaard moet zich bovenal laten dresseren. Het moet liefst vriendelijk overkomen en ook niet te bang. Zeer brutale paarden (met een vermoeden van gebrek aan “rittigkeit”) zijn niet gewenst.
  • Aansprekend exterieur: De bouw is bij een dressuurpaard van meer belang dan bij een springpaard. Een dressuurruiter wil ook meer een mooi paard t.o.v. een springpaard.
  • Veel meer belang hechten aan de beweging; zowel bij stap, draf als galop: Voor een dressuurpaard zijn goede bewegingen essentieel. Voor een springpaard is dit gewenst, maar niet echt essentieel.

Fokdoel BRp

Het fokprogramma van BRp, de Belgische Rijpony, heeft als doel het ras te verbeteren. BRp wil een moderne en rijtypische gebruikspony fokken in twee maten.

  • De kleine maat is bedoeld als een echte speelpony; met een fantastisch karakter die zelfs bij de eerste stappen in een wedstrijd goed meekan.
  • De grote maat is bedoeld als een echte sportpony.

De pony van de toekomst

De afdeling BRp is een sterk geëvolueerde ponyfokkerij en kiest daarom om het fokdoel van de Belgische rijpony te verfijnen. De pony van de toekomst moet nog altijd beantwoorden aan het fokdoel dat in 1998 is opgesteld, maar de pony moet meer evolueren naar een sportgerichte pony.

Dit kan, zoals dat in het verleden al gebeurde, door gebruik te maken van sterk presterende BRp-ponyhengsten, de inbreng van buitenlandse ponyhengsten, en/of via de inbreng van paardenbloed in de ponyfokkerij. De ponyfokker kiest zelf de gewenste formule.

Exterieur van een sportpony

De exterieurjury’s zullen erover waken dat het typische beeld van de sportpony behouden blijft. In hun jurering tijdens de prijskampen zullen ze aandacht hebben voor de belangrijkste kenmerken van een goede sportpony. De nadruk ligt hierbij op een goed en werkwillig karakter, een soepel bewegende pony en een sportief model.

Bouw:

  • De BRp pony staat goed in het rechthoekmodel (evenredige verhoudingen) en is rijtypisch gebouwd. De pony’s worden in functie van hun stokmaat onderverdeeld in twee maatklassen:
    • De kleine maat: van 110 cm tot 132 cm
    • De grote maat: van 132 cm tot 149 cm
  • Het hoofd is aansprekend met intelligente ogen.
  • De hals is lang, voldoende opgericht en goed bespierd.
  • De schouder moet voldoende lang zijn en schuin gelegen.
  • De schoft is goed ontwikkeld.
  • De rug heeft voldoende draagkracht, is voldoende soepel en niet te lang.
  • De lendenen zijn goed gevormd en aangesloten.
  • Het kruis moet licht hellend en voldoende lang zijn.
  • De BRp pony beschikt over voldoende bespiering, voldoende massa en moet voldoende sterk zijn in het middenstuk.
  • In de achterhand moet de pony langgespierd zijn.

Bewegingen:

  • De stap en draf moeten voldoende ruim, correct en soepel zijn. Evenwicht, goede tact en afdruk zijn hierbij belangrijk.
  • De galop is ruim, evenwichtig, gesprongen en niet te vlak en krachtig vanuit een onderkomende achterhand.
  • De bewegingen moeten soepel door het lichaam vloeien.

Beenwerk:

  • Het beenwerk moet voldoende ontwikkeld zijn, met een goede verhouding tussen botten en spieren. Het beenwerk moet ook droog en correct gesteld zijn.
  • De gewrichten en hoeven moeten voldoende ontwikkeld zijn en in verhouding tot het beenwerk.

Sportaanleg:

  • De BRp pony heeft een goede instelling bij het springen. De pony is ook intelligent en voorzichtig.
  • Hij heeft goede reflexen, afdruk en beentechniek (voor en achter) op de sprong. Hij heeft een goed lichaamsgebruik en beschikt over veel vermogen.
  • Als all-round pony beschikt hij over voldoende ruimte in de beweging om ook als dressuurpony ingezet te kunnen worden.